Drie weken na de operatie. Lichamelijk begin ik een beetje
op te krabbelen. De pijn is gelukkig aardig minder, maar de vermoeidheid is enorm.
Sinds gisteren is mijn antibiotica-kuur klaar (ik mocht beslist géén
blaasontsteking krijgen} en dat zal de misselijkheid die er nog steeds was, hopelijk
stoppen. Ik doe het heel rustig aan, kan ook niet veel anders en hobbel nog
steeds een beetje als een oud vrouwtje door het huis. Geduld is het toverwoord,
het is niet anders en ik doe mijn best om mezelf dat geduld en de tijd die het
fysiek herstel kost, toe te staan.
Al vanaf het moment dat ik hoorde dat ik ziek was, heb ik
geen moment getwijfeld aan een goede afloop. Natuurlijk had ik soms, ’s nachts,
als niemand het zag, echt wel eens een moeilijk moment, maar over het algemeen
ben ik al die tijd opgewekt en heel positief geweest. Ik had ook niet echt
reden om bij de pakken neer te gaan zitten, er was tenslotte geen inktzwart
scenario. Nu pas, nu alles achter de rug is, de operatie is geslaagd en alles
is weg, merk ik dat het hele verhaal ernstig begint te landen bij me…..
Sinds een paar dagen beleef ik in mijn hoofd de hele periode
opnieuw. Het slecht-nieuws-gesprek met de arts, het nadenken over welke
operatie, het gesprek met de uroloog in België, de opname in het ziekenhuis
aldaar, de operatie zelf en de dagen daar na, het spookt allemaal rond in mijn
gedachten. Ik ben me er terdege van bewust dat ik enorm veel geluk heb gehad
dat het is ontdekt, én goed verholpen kon worden, maar nu pas gonzen er in mijn
hoofd allerlei andere gedachten rond, en voel ik me emotioneel en mentaal ‘wiebelig’.
Wat als….. ? Een vraag die nu pas geregeld bij me op komt.
Een beetje mosterd na de maaltijd, en vreemd dat ik me dat nu pas bedenk.
Natuurlijk realiseerde ik me wel dat ik kanker had/heb, maar omdat het goed te
behandelen was, voelde dat niet als bedreigend. Ik voel logischerwijs een
enorme opluchting en blijdschap dat het weg is, maar die ‘wat als…. ?’
gedachten zijn er ook. Vreemd hoor.
Het waren een paar heftige maanden, nu ik er zo op
terugkijk. Misschien wilde ik dat niet toegeven, omdat het er allemaal gunstig
uit zag. Ik vind eigenlijk dat ik daarom geen reden tot zeuren of piekeren had,
maar mijn onderbewustzijn denkt er blijkbaar anders over. Dat zorgt er nu voor
dat ik er heel bewust, achteraf, mee bezig ben. De mens is een raar wezen, en
ik ben daar beslist geen uitzondering op, dat blijkt maar weer. Misschien moet
ik mezelf ook hiervoor de tijd geven. Gewoon even laten gebeuren, en het een
plek geven. Geduld blijft dus een schone zaak. Oók voor mentaal herstel…..